Dat de avondklok vanaf volgende week een uur later ingaat, leidt waarschijnlijk tot meer besmettingen met het coronavirus, zegt het RIVM. Aan de andere kant: dat de avondklok in Frankrijk onlangs met twee uur is vervroegd, heeft niet geleid tot een vermindering van het aantal besmettingen.
„Verschuivingen met een of twee uur lijken niet veel invloed te hebben op het effect van de avondklok, in elk geval: niet meer”, constateert Patrick Pintus, hoogleraar economie aan de Aix-Marseille University. Pintus en zijn collega’s hebben in een onderzoek laten zien dat een avondklok op zichzelf een heel effectief middel is bij het remmen van de pandemie.
De Franse studie maakt deel uit van de wetenschappelijke literatuur waarmee Nederland de invoering van de avondklok heeft onderbouwd. Het Outbreak Management Team (OMT) gaat ervan uit dat de avondklok in combinatie met de één-bezoekermaatregel het aantal besmettingen met ongeveer tien procent afremt.
Het ligt dan ook voor de hand dat een versoepeling de avondklok minder effectief maakt. Hoevéél een uur scheelt, dat kunnen de modellen van het RIVM echter niet berekenen. Ernst Kuipers, baas van het Erasmus MC en voorzitter van het Landelijk Netwerk Acute Zorg, zei dinsdagavond in de talkshow Op1 te verwachten dat het ene uur niet veel uitmaakt voor de besmettingen.
De ervaringen in Frankrijk lijken Kuipers gelijk te geven. Daar is de avondklok in januari aangescherpt om de opleving van de pandemie te dempen: het straatverbod begint nu om 18:00 uur in plaats van om 20:00 uur. „We hebben sindsdien heel precies gevolgd of de pandemie versnelde of vertraagde. We zagen helemaal geen vertraging en zien inmiddels weer een versnelling”, vertelt Pintus. „Mogelijk komt dat door het Britse virus dat begin dit jaar aan zijn opmars begon. Mogelijk doordat de bevolking op dit moment de coronamaatregelen minder goed naleeft dan pakweg een half jaar geleden.”
Dat laatste speelt ook in Nederland, zo liet RIVM-directeur Jaap van Dissel woensdag zien bij de technische briefing in de Tweede Kamer. Bij klachten blijft maar de helft van de Nederlanders thuis, terwijl minder dan de helft zich laat testen. Zou iedereen zich altijd houden aan dergelijke basismaatregelen, dan zou de pandemie snel uitdoven, liet Van Dissel zien met een gedachtenexperiment dat hij had laten doorrekenen. De gebrekkige naleving van de basisregels maakt aanvullende maatregelen volgens Van Dissel noodzakelijk.
Lees hierwelke maatregelen het beste werken bij een pandemie